De diagnose van hartfalen berust eerst en vooral op de aanwezigheid van symptomen.
Het feit dat je aan hartfalen lijdt, kan te wijten zijn aan heel wat oorzaken. Dit is ook de reden waarom uw arts een uiterst nauwkeurig onderzoek moet doen van uw algemene gezondheidstoestand. Wat uw arts zeker zal willen weten, is :
De arts beschikt vervolgens over onderzoeken die toelaten de diagnose en eventueel de oorzaak te bevestigen of aan te tonen.
Het electrocardiogram (ECG) is een eenvoudige manier om de elektrische activiteit van het hart vast te leggen. Een ECG kan ook tekenen opsporen van vroeger doorgemaakte hartproblemen, zoals een hartinfarct en tekenen van uitzetting van de kamer (of voorkamer) en verdikking van de hartspier.
U ontvangt een aantal stickers/zuigelectroden op de armen, benen en borst. Ze maken de elektrische stroom die door het hart stroomt zichtbaar. Het onderzoek is pijnloos.
De radiografie van de borstkas kan een vergroting van het hart tonen of een aantasting van de longen, al of niet geassocieerd aan de hartziekte.
Ultrasone of geluidsgolven worden gebruikt om afbeeldingen van het hart te maken. Op deze manier kan het hart heel nauwkeurig worden onderzocht: de grootte, de wanddikte en de kleppen. Maar ook de pompkracht, de snelheid en richting van de bloedstroom, en de druk in het hart en de longslagaders kan men hiermee meten. Dit onderzoek is volledig pijnloos en ongevaarlijk. Je moet gewoon stil blijven liggen.
Soms wordt een echocardiogram via de slokdarm gemaakt (transoesofageale echografie). Dit geeft een beter zicht, omdat het longweefsel het beeld niet verstoort.
Een bloedonderzoek is altijd noodzakelijk. Dit kan de oorzaak van hartfalen aan het licht brengen, bijvoorbeeld een schildklieraandoening of nierziekte. Daarnaast kan uit het bloedonderzoek worden afgeleid of andere organen al geleden hebben onder hartfalen.
Tijdens de behandeling van hartfalen zal uw bloed vaker worden getest. Regelmatige controles van uw nierfunctie en uw natrium- (zout) en kaliumspiegels zullen de arts aangeven of u het geneesmiddel verdraagt en of de dosis juist is.
De inspanningsstest stelt de arts in staat te beoordelen hoe goed het hart functioneert wanneer een inspanning wordt verricht, en helpt problemen opsporen aan onder andere de kransslagaders.
Een holter biedt de mogelijkheid om uw hartslag 24 tot 72 uur of een week te registreren. Het kan ritmestoornissen detecteren die niet continu aanwezig zijn en daarom kunnen worden gemist tijdens een korte opname van een ECG.
Een bloeddrukmeter kan worden gebruikt om uw bloeddruk thuis langdurig te meten. Op basis van de metingen kan een besluit worden genomen om uw behandeling aan te passen.
Een hartcatheterisatie laat toe om de kransslagaders of de functie van de hartkleppen te bestuderen. Dit onderzoek is niet altijd nodig voor de diagnose maar kan aanwijzingen geven voor de behandeling.
Met behulp van deze test kan uw arts de vermoedelijke ritmestoornis bevestigen en de oorzaak ervan opsporen alsook soms behandelen. Via de lies wordt een katheter in het hart ingebracht om hartritmestoornissen te detecteren en, indien nodig, te behandelen of te ‘weg te branden (ableren)".
Deze scan maakt gedetailleerde beelden van uw hart om eventuele schade aan uw hart op te sporen of om anatomische variaties van uw hart te bekijken.
In de volgende video worden enkele van de bovengenoemde onderzoeken uitgelegd.